Bij artrose denken veel mensen aan slijtage van de gewrichten. Dat is niet helemaal juist. Uw gewricht is niet versleten, maar er is wel iets in veranderd.
Een gewricht verbindt twee botten met elkaar. Op de uiteinden van die botten zit een laagje kraakbeen. Dat kraakbeen is heel glad, zodat de gewrichten gemakkelijk kunnen buigen, draaien of strekken.
Bij artrose is het kraakbeen dunner geworden. De oppervlakte is niet meer zo glad, maar onregelmatig. Daardoor bewegen de gewrichten minder gemakkelijk.

Wat zijn de verschijnselen van artrose?

Bij artrose kunt u last hebben van pijn en stijfheid in het gewricht.

Artrose komt vooral voor in:

  • de heupen
  • de knieën
  • onderaan de duim
  • aan de eindkootjes van de vingers

Artrose kan ook voorkomen in andere gewrichten, bijvoorbeeld in de schouder of rug.

Meestal blijft artrose beperkt tot één of enkele gewrichten.

De klachten zijn het ergst wanneer u na een tijdje liggen of zitten weer in beweging komt. Veel mensen met artrose hebben vooral ’s ochtends klachten, de eerste 10 minuten na het opstaan. Na een tijdje bewegen vermindert de pijn en stijfheid in uw gewrichten.

De pijn kan in perioden terugkomen of erger worden (‘opvlammen’) met meer

  • stijfheid (niet goed kunnen bewegen, buigen of strekken),
  • lichte zwelling en
  • warm aanvoelen van het gewricht.

Dit zijn tekenen van een ontsteking door irritatie van het gewricht.

 

Hoe ontstaat artrose?

Hoe artrose ontstaat, is niet precies bekend.
Wel weten we dat artrose vaker voorkomt:

  • bij vrouwen
  • vanaf 45 jaar
  • bij overgewicht
  • bij mensen met artrose in andere gewrichten
  • bij mensen die eerder een botbreuk hebben gehad.

Soms ontstaat artrose:

  • na jaren van activiteiten die zwaar zijn voor de gewrichten
  • nadat een gewricht bij een ongeluk is beschadigd
  • of na een andere ziekte van de gewrichten zoals bij reumatoïde artritis.

 

Hoe weet ik of ik artrose heb?

Uw huisarts herkent artrose meestal als u over uw klachten vertelt. Ook onderzoekt uw huisarts uw gewricht.

Röntgenfoto’s zijn meestal niet nodig. Een foto laat niet goed zien hoe erg uw klachten zijn.

 

Adviezen bij artrose

Beweging is belangrijk om de klachten te verminderen. Bewegen voorkomt ook dat klachten terugkomen of verergeren. Geoefende spieren geven het gewricht stevigheid, waardoor het meer kan verdragen en minder pijn doet. Maar overdrijf het oefenen niet; voorkom dat u uw gewrichten overbelast.

Wanneer u veel pijn heeft, kunt u het gewricht een tijdje rust geven. Zorg er dan wel voor dat u het gevoelige gewricht regelmatig beweegt. Koude of warme kompressen kunnen wat verlichting geven. Zodra het iets beter gaat, moet u proberen uw dagelijkse bezigheden weer op te pakken.

Nog enkele adviezen zijn:

  • Gebruik een wandelstok als u klachten heeft door artrose van de heup of knie.
  • Bij overgewicht is het belangrijk om af te vallen. Overgewicht belast uw gewrichten extra.
    U kunt meedoen aan een leefstijlprogramma. U leert gezond eten, meer bewegen en uw gedrag veranderen (waardoor u de gezonde gewoontes volhoudt). Zo valt u op een gezonde manier af.
    U krijgt hulp van een leefstijlcoach, diëtiste, fysiotherapeut en/of oefentherapeut. Uw huisarts kan u verwijzen.
  • Soms is het nodig om een andere hobby of beroep te kiezen om het pijnlijke gewricht te ontlasten. Hebben uw klachten invloed op uw werk? Bespreek dit dan met uw werkgever. Neem ook contact op met de bedrijfsarts. De bedrijfsarts bespreekt met u hoe u zo goed mogelijk kunt blijven werken

 

Medicijnen bij artrose

Is de pijn een tijd erger? Of gaat u iets doen dat bij u vaak extra pijn geeft?

  • Dan kunt u paracetamol gebruiken: 2 pillen (= 1000 milligram), 3 of 4 keer per dag. Slik deze hoeveelheid nooit langer dan 4 weken achter elkaar.
  • Als dit niet genoeg helpt, kunt u er een NSAID bij gebruiken:  of .
    U kunt kiezen voor pillen of een gel die u op het gewricht smeert.
    Slik deze pillen maximaal 2 weken achter elkaar.
    Gel kunt u langer gebruiken.
    Bent u ouder dan 60 jaar? Heeft u een andere ziekte dan artrose? Of gebruikt u al andere medicijnen? Vraag aan uw huisarts of apotheker of u een NSAID mag gebruiken.

 

Bron: thuisarts.nl